Aanbod, aanvaarding, wil, verklaring, vertrouwen: in het overeenkomsten- of ook wel het contractenrecht zijn dit de absolute sleutelbegrippen. Ik heb de cijfers niet paraat (het is ook nagenoeg niet in kaart te brengen, zodat het maar helemaal de vraag is of er überhaupt cijfers over dit onderwerp bestaan), maar er worden in het particuliere en handelsverkeer dagelijks miljoenen overeenkomsten gesloten. U en uw onderneming zijn dagelijks actief en passief betrokken bij tal van rechtsverhoudingen.
Het aangaan van een overeenkomst is ogenschijnlijk eenvoudig: u doet een aanbod, een gegadigde aanvaardt het aanbod en de overeenkomst komt tot stand. U levert conform afspraak en de koper betaalt volgens afspraak. De wil van beide partijen was gericht op de deal, dat wordt over en weer ook verklaard en er worden afspraken gemaakt over levering en betaling, welke afspraken ook worden uitgevoerd. Niets aan de hand, goede zaak gedaan.
Het gros van de civiele procedures gaat over de vraag wat er nu eigenlijk precies is afgesproken en de ironie is dan zeer zeker gelegen in het feit dat twee advocaten aan een rechter gaan uitleggen wat partijen precies bedoeld en beoogd hadden, terwijl zij gedrieën zelf niet bij de (totstandkoming van de) overeenkomst betrokken zijn geweest. De rechter moet dan vaststellen wat de inhoud van de overeenkomst is en dus eigenlijk bepalen wat partijen nu daadwerkelijk hadden bedoeld.
De alom aanvaarde en levende gedachte is uiteraard dat geschillen over contractuele verplichtingen moeten worden voorkomen en met het oog daarop leggen partijen de afspraken vast in een schriftelijk contract. Dan weet je per slot van rekening waar je aan toe bent. Echter, het merendeel van het gros van de civiele procedures gaat over de vraag wat er nu precies in het contract staat en hoe dat moet worden uitgelegd. Hoezeer de opstellers van het contract het ook geprobeerd hebben, het is zeer dikwijls niet goed mogelijk om aan de hand van de tekst vast te stellen welke verplichtingen uit het contract voor de contractspartners voortvloeien. Het komt dan aan op uitleg van het contract en dan ontstaat een prachtig, maar ongewis spel van bewijslevering door bierviltjes, mailtjes, gespreksnotities, getuigen en alle overige middelen denkbaar om de rechter te helpen bij die uitleg.
Contracten zijn nu juist bedoeld om dat spel niet hoeven te spelen. Het is dus van essentieel belang om contracten zodanig te redigeren dat er duidelijkheid bestaat. Contracten zijn er om ondernemers te helpen en niet om hen te belemmeren. Wij procederen regelmatig over de uitleg van contracten en daarbij denken we vaak: hadden de makers maar even tien minuten langer naar het contract gekeken. Even afstand nemen, koffiedrinken en dan het contract doorlopen: willen we dit zo, wat staat er eigenlijk, hoe gaat dat in de praktijk, is het uitvoerbaar en kunnen we op het contract terugvallen als er problemen ontstaan?
Wij noemen dat de “tien minuten regel”.
De economie trekt aan, u gaat (grote) verplichtingen aan die goede contracten verdienen. Voorkom problemen: betrek ons bij de contracten.